Een legering van ijzer en koolstof heet staal. Maar niet iedere staalsoort is geschikt voor iedere toepassing. Een veiligheidscomponent in een machine of auto heeft andere eisen dan een knopje van een keukenkastje. Om staal geschikt te maken voor hoogwaardige toepassingen wordt staal gelegeerd. Een staal is gelegeerd als er tussen 1,5% en 5% aan legeringen inzit (excl koolstof).

Door een combinatie van chemische elementen, productieproces en warmtebehandeling wordt staal “hoogwaardiger” gemaakt; het zgn legeren. Volgens de “stahlschlussel’ zijn er honderden soorten gelegeerd staal gestandaardiseerd, allemaal met hun eigen unieke eigenschappen en toepassingen.

Legeren is echter iets anders dan veredelen. Het veredelen van staal is het veranderen van de mechanische waardes (Rm, Re en rek) met behoud van chemische analyse. Veredelen van staal gaat dmv temperatuur (ovens) of dmv stroom (inductie). Door een optimum te bereiken van temperatuur, tijd en afkoel snelheid worden de waardes binnen de gewenste bandbreedte gebracht.

Veelgebruikte veredelingsnotaties zijn:

Let op: als een gelegeerd staal aangeduid is met +AR (as rolled), heeft er geen veredeling plaatsgevonden.